Ethiopië dag 4 – Solon School for the Blind

Het busje vertrok om 6 uur van het hotel. De binnenlandse vlucht ging naar Hawassa. Vanaf Addis is dit een autorit van zes uur of; 50 minuten met het vliegtuig. Dan is de keuze snel gemaakt, helemaal omdat het onderweg niet helemaal veilig is op dit moment. We hebben op het vliegveld afgesproken met Zenebe. Een boomlange zeventiger met vriendelijke ogen. Zenebe is iemand met wie ISEE ook al lang samenwerkt. Hij is een van de oprichters van de school.

Hawassa

In de auto word ik bijgepraat door professor Shimeles. Een blinde professor van de universiteit van Hawassa en de vice-president van het bestuur van de Solon school. Hawassa is een flinke stad met 400.000 inwoners en een serieuze universiteit met vijf campussen. Zo vertelt hij. Maar het valt me op dat het wel heel anders is dan Addis. Ja, het verkeer is druk en ook hier zijn overal mensen, maar er is veel meer laagbouw en, er is water. Vooral dat laatste geeft Hawassa een compleet eigen karakter. Want terwijl de apen boven je in bomen rondspringen, kun je in het Hawassa-meer de nijlbaarden zien zwemmen. Dat is Hawassa. Je zou er zomaar op vakantie kunnen gaan.

Solon School

Maar, we zijn hier niet als tourist. We zijn hier voor de Solon school voor blinde kinderen. Een piepklein schooltje voor– op dit moment — 21 leerlingen verstopt in een woonwijk. We komen er vaak en ondersteunen deze school al lang. Ik ken de school dus van naam en de foto’s.

Maar niets had me voorbereid voor het moment dat we bij het vliegveld naar buiten stappen. Er stonden een vijftal kinderen van de school op ons te wachten met bloemen. De tranen springen nog net niet in je ogen bij aanblik van deze kostbare kindjes.

Het gaat hier om blinde kinderen uit de allerarmste families en die als blinde kinderen geen toegang hebben tot regulier preliminary onderwijs. Sommige kinderen zijn blind geboren, andere zijn op 3-jarige leeftijd aangevallen door een hyena waarbij de oogjes zijn uitgekrabd.

Deze kinderen hebben dus helemaal niks. Als ze worden opgenomen in de school, dan worden de kleren waar ze in komen gekookt (tegen de luizen) en opgeborgen voor het moment dat ze naar huis gaan. Twee keer per jaar: een keer met kerst en met de regenperiode. Ze krijgen van de school een uniform en pyjama en blijven twee jaar op deze school om hierna — hopelijk — door te kunnen stromen naar een overheidsschool met special needs programs.

Zelfredzaamheid is het belangrijkste doel van Solon: mobility (leren lopen met een stok), braille leren lezen (Amhaars en Engels), kleren leren wassen, en meer. Alles zodat ze voorbereid naar een echte school kunnen.

Wanneer we het compound binnenrijden staan de docenten in een rij op ons te wachten, en worden we toegezongen door de kinderen. Het regende niet, maar de lucht was vochtig.

We worden rondgeleid, en je schaamt je over de weelde waarin wij in leven. Want we hebben het hier over de meest eenvoudige klaslokalen en slaapruimtes die je maar kan voorstellen. Maar alles wel netjes en schoon. En drie keer eten per dag. Voor de meeste van deze kinderen is dat niet normaal.

We krijgen alles te zien, het autootje dat ISEE sponsorde, het half afgebouwde gebouw (lang verhaal), de keuken, de voorraadruimte, de 500 kippen die dagelijks tussen de 400 en 450 eieren leggen. Deels zijn die voor de kinderen (2 eieren per 3 dagen per kind) en de rest is voor de verkoop om extra inkomsten te genereren.

We zien hoe de kinderen les krijgen en een paar lezen trots en hardop voor hoe goed ze al kunnen lezen. We spreken over het bouwen van een bakkerij, ook om extra inkomsten te genereren. Het moet het krakkemikkige plaggenhutje (links van de lokalen) waar nu 2 geiten in zitten, vervangen. Dit is wat ISEE graag wil, zelfredzaamheid. ISEE draagt nu 75% van het budget bij: dus zonder ISEE geen school, en dat is een situatie die niemand moet willen.

Er is koffie (natuurlijk), brood (uiteraard), geschenken voor ons en een taart speciaal voor Hetty gemaakt. Dit was een prachtig moment. Deze school ligt Hetty na aan het hart. Samen met alle winkeldames zet zij zich met volle kracht in voor de school. Want de opbrengsten van de winkel zijn specifiek voor deze Solon school.

We mogen een braillemachine geven en de kinderen krijgen snoeparmbandjes (en ok, ook een paar volwassenen kregen er een, ze waren er net zo blij mee). De kinderen ruiken en voelen eraan en ze lachen. Geluk is soms kleine dingen.

We worden nog een keer toegezongen. Het is een prachtig lied over dat zij er ook toe doen — zo wordt ons uitgelegd — en dat ze het ook waard zijn. Zeker.