Interview Reier van den Berg

‘Je beseft pas hoe welvarend wij zijn als je daar bent.’

ISEE bestaat dankzij de inzet, betrokkenheid en liefde van talloze vrijwilligers en donateurs. In deze reeks spreken we mensen die het werk van dichtbij kennen en op hun eigen manier bijdragen. Deze keer: Reier van den Berg, die samen met zijn zoon een bijzondere reis maakte naar Ethiopië.

Over zichzelf vertelt Reier dat zijn leven altijd in het teken heeft gestaan van het water. Op zijn vijftiende ging hij al aan boord, werkte vijf jaar bij zijn oom op de UK 63 en was later negentien jaar schipper. Samen met zijn broer had hij een eigen kotter en pas in 1995 stapte hij over naar het baggerwerk. “Ik ben de hele wereld over geweest.” Tot zijn pensioen werkte hij als kapitein op een sleephopperzuiger. Inmiddels geniet hij al vijf jaar van zijn oude dag, maar stilzitten? Dat past niet bij hem.

Bezoek aan Ethiopië
Reier kent de stichting al meer dan vijftig jaar, maar zijn echte betrokkenheid begon toen zijn zoon Jan voorzitter werd. “Toen ik hoorde dat hij naar Ethiopië zou gaan, zei ik meteen dat ik met hem mee wilde. Ik wilde het met mijn eigen ogen zien.” Die beslissing bleek bijzonder waardevol. Op zondagochtend waren we in Addis Abeba, waar Reier iets meemaakte dat hem diep raakte. “We gingen daar naar de kerk en het was voor mij als een openbaring. Zoveel mensen die tegelijk optrekken naar Gods huis. Wij kennen de grote namen van de reformatie, maar hun kerk is nog ouder. Het was indrukwekkend om mee te maken.” 

Het belang van het werk van ISEE werd voor hem alleen maar duidelijker. “Je moet feeling houden met wat je steunt. Het is meer dan een zak geld neerzetten.” Zelf had hij al wat ervaring opgedaan in Afrika toen hij een half jaar in Senegal werkte aan een visserijproject. “Dan weet je een beetje hoe het daar gaat.”

Voor hen betekent het alles
Tijdens hun week in Ethiopië bezochten ze verschillende projecten. De ontmoeting met de blinde kinderen bij de blindenschool maakte veel indruk. Ze overhandigden braillemachines en zagen hoe waardevol zulke middelen zijn. “Voor ons lijkt het misschien iets kleins, maar voor hen betekent het alles.” Ook bezochten ze op woensdag een ander deel van het land, om de tijd zo goed mogelijk te benutten. “Al met al was het verhelderend. De stichting doet goed werk en ik vond het de moeite meer dan waard.”

Wat hem ook is bijgebleven, is het verhaal van de Urker vrouwen die het werk vijftig jaar geleden begonnen. “Dat deden ze gewoon op goed vertrouwen. Ze gingen ernaartoe en zagen de nood. Dat vind ik nog steeds bijzonder. En het was ook echt nodig. Je beseft pas hoe welvarend wij zijn als je daar bent.”

“Ik denk dat ik de volgende keer gewoon weer heenga. De afstand is groot en het is wel belangrijk om een vinger aan de pols te houden. Geld sturen zonder te kijken, werkt niet. Het moet goed en verantwoord gebeuren.”

De steun is ontzettend belangrijk
Van alle projecten die hij zag, maakte het werk voor de weeskinderen in Addis Abeba de meeste indruk. Hij vertelt met bewondering over een hoogbejaarde non die al decennialang een school runt met zo’n negenhonderd wezen. “Wat een werk verricht zij. Op haar leeftijd nog alles zelf regelen, zelfs met de computer is ze nog erg handig. Je valt van de ene verbazing in de andere.” Ook de blindenschool, het landbouwproject van de boeren en het werk van een gepensioneerde arts in het ziekenhuis maakten diepe indruk. “De medische zorg daar is op een niveau dat wij ons hier nauwelijks kunnen voorstellen. Dan besef je weer hoe goed wij het hebben.”

Waarom ISEE blijven steunen belangrijk is, kan hij kort samenvatten: “We zijn het hier misschien gewend omdat het werk al vijftig jaar loopt, maar het blijft nodig. Het is langdurig, het is consequent en het helpt echt mensen verder!”